Doorgaan naar hoofdinhoud subline-curl

Met elkaar zoeken naar recht en rechtvaardigheid. Tekst bij de presentatie tijdens mijn verlof.

Aan het einde van 2018 was ik een aantal weken op verlof in Nederland en mocht ik op verschillende plaatsen komen vertellen over mijn werk bij COMIN – de afgelopen jaren. Ik had een uitgebreide presentatie gebouwd die ik per gelegenheid aanpaste (want soms heb je een uur, en dan weer een kwartiertje…). Velen vroegen na de presentatie naar de tekst. Maar die bestond alleen in mijn hoofd en niet op papier. Dat is een van de dingen die ik in Brazilië goed heb geleerd: niet vastzitten aan m’n papier. Maar de beelden waren wel nodig, hoor, om de volgorde een beetje samenhangend te houden. Hierbij, een poging om mijn verhaal, in het kort op virtueel papier te zetten.

 

De tweede helft van het jaar stond in Brazilië in het teken van de verkiezingen en de snelle opkomst van de extreemrechtse kandidaat Bolsonaro. Door de situatie van de afgelopen jaren was het al snel duidelijk dat de polarisatie stevig was omdat veel van de meer centrumpartijen het bij de kiezers te zeer verbruid hadden. Bolsonaro, een ineffectief parlementariër (hij zat al een kleine 30 jaar in het parlement), werd in het zadel gehesen door derde partijen met grote economische belangen (grootindustrielen, grootgrondbezitters, etc.). Al in de campagne gaf hij duidelijk aan de inheemse bevolking van hem niets hoefde te verwachten: “Indianen stinken, zijn onbeleefd/hebben geen opleiding en spreken onze taal niet,” beweerde hij. Grove vooroordelen. Want: wat is stinken? Wie bepaald wat een aangename geur is? Is naar rook ruiken stinken? Waarom zijn inheemsen onbeleefd? Waarom is er een voordeel dat ze dom zijn omdat ze óf er voor kiezen westers onderwijs minder belangrijk te vinden dan hun eigen manieren van kinderen onderwijzen, óf omdat het onderwijs dat in inheemse dorpen door staat wordt aangeboden van inferieure kwaliteit is? En: ze spreken “onze” taal niet? Veruit de meeste inheemsen spreken Portugees. Maar wie was hier eerder? Heb je ooit moeite gedaan om hun taal te begrijpen?

 

 

Maar vanuit die vooroordelen en vanuit een idee van wat goed is voor het land en de ontwikkeling van economische belangen, heeft het zeker stellen van land voor inheemse volkeren zeer zeker geen prioriteit. Land moet geld opleveren voor haar eigenaren en moet gebruikt worden. En dat is niet hoe inheemsen dat zien. En het verliezen van hun grond is een van de grootste gevaren voor het voortbestaan van inheemse volkeren en hun manier van leven. Want zonder grond om van te leven zijn ze niets en niemand. 

 

 

Het programma van COMIN waarin ik meewerk draait om onderwijs en interculturele en interreligieuze dialoog. Om daaraan bij te dragen geven we lessen op scholen over inheemse volken, hun manier van leven, hun strijd om hun rechten. Deze lessen geven we steeds meer ook aan docenten, die het dan weer aan hun leerlingen kunnen doorgeven. We maken lesmaterialen die gratis online beschikbaar worden gesteld, omdat veel docenten niet weten hoe ze les kunnen geven over inheemse culturen – een onderwerp waar ze geen kennis van hebben, of alleen maar stereotypen (denk liedjes als het Nederlandse “toemba, toemba – in het bos wonen indianen, ze eten niet, ze drinken niet, ze schieten met bananen” waar mijn neefje een tijdje geleden mee aankwam) en vooroordelen bevestigende ideeën. Ook binnen de Lutherse kerk bieden we bij bijeenkomsten workshops en seminars aan. Dit alles om te zorgen dat er meer kennis, begrip en respect komt onder de niet-inheemse bevolking voor de inheemse bevolking.   

 

 

De afgelopen twee jaar (jaar drie en vier) bij COMIN waren goede jaren: met een redelijk goede grip op de taal en een voortschrijdend begrip hoe zaken in elkaar steken kon ik steeds meer taken op me nemen en steeds meer initiatief ontwikkelen. Een kleine greep uit de dingen die ik heb gedaan voordat ik dieper inga op één activiteit.

Met de klok mee beginnend links bovenin:

  • Een dag over gender en geloof voor een groep inheemse bewoners van Alta Verapaz in Guatemala (een uitwisseling).
  • Een les over hoe cultuur werkt voor docenten van basis- en middelbaar onderwijs in Estância Velha, vlakbij São Leopoldo (waar ik woon).
  • Een seminar over interculturaliteit om het 35-jarig bestaan van COMIN te vieren.
  • Een theologische conferentie in Mexico Stad om na te denken over theologie doen vandaag de dag vanuit de meest diverse contexten, met in onze groep een focus op lichamen, seksualiteit en normativiteit. 
  • Het team – studenten en medewerkers van COMIN – dat de kerkdienst van COMIN op de Lutherse Theologische faculteit heeft voorbereid en uitgevoerd in de week van de inheemse volkeren. 
  • Een les met docenten van een school in het binnenland van Rio Grande do Sul over hoe les te geven over inheemse volken en culturen.

 

 

Na deze korte, algemene inleiding, ga ik graag wat de diepte in over een project waaraan ik heb gewerkt en hoe dit ook voor de Nederlandse context interessante vragen oproept.

 

 

Op 19 april is het in Brazilië de dag van de inheemse volkeren en in die maand wordt er redelijk wat aandacht aan deze groepen besteed. Met name ook op scholen. Het is namelijk (nog) bij wet verplicht om over deze volkeren les te geven. Zoals gezegd wil COMIN docenten daarbij helpen. Daarom geven we elk jaar een boekje uit dat geschikt is voor kinderen van de bovenbouw van de lagere school en de onderbouw van de middelbare school (dat is Brazilië overigens een geheel). In 2018 ging dit boekje over de Guarani Mbya. 

 

 

De Guarani zijn een van de grootste volkeren van zuidelijk Latijns-Amerika. Hun gebied spreidt zich vanaf de voet van de Andes in Bolivia, via Paraguay, Argentinië tot aan de zuidelijke kust in Brazilië. De rode stippen op de kaart zijn concentraties van Guarani. De Mbya zijn een subgroep van dit volk en wonen met name in de zuidelijke staten Rio Grande do Sul en Santa Caterina, zowel in het binnenland als aan de kust. Helaas zijn deze staten in de laatste 50 jaar heel snel “ontwikkeld”: er is veel industrie en nog meer landbouw (soja, graan, suiker, etc.) en veeteelt. Dit betekende en betekent dat veel groepen de gebieden waar ze woonden zijn kwijtgeraakt. Bij conflict trekken Guarani weg en zoeken een nieuw stuk land om op te leven. Maar de situatie in het zuiden van Brazilië is zodanig dat er geen land meer is om op te settelen. En over die groepen, die geen plek, of geen zekere plek, meer hebben ging het boekje van 2018 voor de scholen: Pindoty, Irapuá en Guapoy. Drie Guarani Mbya gemeenschappen die Strijden om Land. Samen met mijn collega’s Sandro en Janaina hebben we de gemeenschappen bezocht, uitgebreid gesproken met leden en samen met hen het boekje samengesteld. Ik wil hieronder wat meer vertellen over Irapuá.

 

De gemeenschap van Irapuá is een grootfamilie van zo’n 40 personen: mannen en vrouwen, jong en oud en behoorlijk wat kinderen en jongeren. Ze wonen op een strook land langs de snelweg die vanaf de kust van Brazilië naar het westen, naar Argentinië, loopt. Aan de ene kant is een snelweg, aan de andere kant een hek met daarachter landbouwgrond waar ze niet op mogen. 

 

 

De gemeenschap woont daar omdat 20 jaar geleden hen een stuk land is beloofd dat aan de andere kant van de snelweg en achter een boerderij ligt. Het land is van de staat. Maar al twintig jaar wachten de leden van de gemeenschap totdat ze er eindelijk op mogen. En dan kan je je afvragen wat het voor zin heeft om in weer en wind (en in het zuiden Brazilië kan het heel koud en heel warm zijn, naar gelang de seizoenen) daar te blijven zitten. Waarom gaan ze niet ergens anders heen? Maar zoals ik al zei: er is geen ergens anders, en deze grond is hen beloofd. Het is onderdeel van hun traditionele territorium. Het stuk land dat hen is beloofd is vruchtbaar, heeft bebossing – en dus dieren om op te jagen – en er is een rivier om in te vissen. Alles wat land goed land maakt voor de Guarani. Dus, de familie blijft en hoopt dat het land binnenkort eindelijk vrijgegeven wordt. Dan kunnen ze leven zoals ze willen leven: met en van het land. Maar, vooralsnog zijn ze afhankelijk van hulp van organisaties als COMIN en van de liefdadigheid van mensen uit de buurt. De verkoop van kunsthandwerk zoals manden en uit hout gesneden beesten levert niet genoeg op om van te overleven.

 

 

Op 19 april, de dag van de inheemse volken, waren Lino, de leider van Irapuá, zijn oom en twee neven samen met collega Sandro en ik uitgenodigd om te komen vertellen op een grote privéschool in de stad die het dichtst bij hun “kamp” ligt (als je in Brazilië ook maar een beetje geld hebt, dan stuur je je kind naar een privéschool, want het onderwijs op scholen die door de staat worden gefinancierd is vaak van slechtere kwaliteit en beperkt dus de mogelijkheid op vervolgopleidingen). Deze stad is omringt door landbouwgrond waar onder andere soja wordt verbouwd. Het is een school uit het netwerk van Lutherse scholen in Brazilië. 

Dit was een van de eerste keren dat ze dit deden en ze hadden zich met geometrische figuren beschilderd, hadden ontblote bovenlijven en hun muziekinstrumenten bij de hand zodat ze konden zingen en spelen voor de kinderen en jongeren in het auditorium.

 

 

Voor het grootste deel, waren de jongeren niet geïnteresseerd in wat de mannen te vertellen hadden. De groepen met kindern die later kwamen, deden wel enthousiast mee, moet gezegd worden. Maar, wat mij nog het meest opviel, was dat bijna alle leerlingen van de school blank waren. Het had, minus de uniforme T-shirts, ook een school in een willekeurig West Europees land kunnen zijn (en die zijn best vaak gemengder dan deze school!). Het is een afbeelding van Brazilië: als je arm bent is de kans dat je een donkere huid hebt groot. Middenklasse en “hoger” is steeds blanker. De zuidelijke staten zijn met name gekoloniseerd door Duitsers en Italianen en deze kinderen zijn soms de 8e of 9e generatie afstammelingen van die migranten, die zich niet gemengd hebben met afstammelingen van slaven of inheemsen. De blanke gemeenschappen bleven (en blijven) voor een deel op zich. En ja, de kerk speelt daar een rol in. Een dynamiek die we in Nederland andere groepen kwalijk nemen...

 

 

En voor die ietwat ongeïnteresseerde jongeren, vertelden Lino en zijn familie over hun cultuur. En dat deden ze door te zingen en te spelen: een centraal kenmerk van hun cultuur. 

En dit is de tekst van een van de liederen die ze zongen:

 

** Onderaan het blog staat een "filmpje" met de muziek - niet gezongen door de mannen, maar door een koor van Guarani-kinderen **

De jongeren kregen de vertaling er natuurlijk niet bijgeleverd en logischerwijs was dus de eerste vraag: “Wat betekent dit?”

En Lino, verlegen met de situatie zei:

 

 

“Over het land dat we verloren zijn.”

En voor mij, dubbele buitenstaander in deze situatie, was het alsof er een emmer koud water over me heen gegoten werd, terwijl tegelijkertijd het licht aanging. Want hier, hier draait het precies om: ze zijn hun land verloren aan de ouders en voorouders van de kinderen die hier zitten. Zodat dat land gebruikt kan worden om geld op te leveren zodat mensen zoals ik, hier in Brazilië en ver weg vlees kunnen eten (niet ik, overigens) en soja of suiker als grondstof in hoeveel procent van onze levensmiddelen kunnen hebben. En de bewoners van de regio, het continent, zijn degenen die daar de rekening van betalen. Zij zijn hun land, en daarmee hun manier van zijn, kwijt.

Land, voor de meeste inheemse volkeren, is onlosmakelijk verbonden met wie de mens is: er is geen onderscheid tussen mensen en de grond waarop en waarvan ze leven. En die verwevenheid is een spirituele verwevenheid. In een tekst die opgetekend is, uit de mond van een Guarani wijze, wordt goed weergegeven hoe Nhanderu, (spreek uit Njanderoe, met de nadruk op de laatste lettergreep), God, de grond aan de Guarani geeft en hen instrueert hierop te leven, in harmonie met de planten en de dieren.

 

“Je moet bidden voor wat je gezaaid hebt, omdat je niet wilt dat de insecten het opeten. Je moet geen aarzeling hebben over het geplante te praten met Nhanderu, want ze zijn niet bedoeld om alleen door jou te worden opgegeten. Op deze manier moet je bidden voor dat wat je gezaaid hebt, opdat Nhanderu het ziet: “Hier groeien mijn gewassen. Bewaar ze zodat alles wat ik heb gezaaid vrucht draagt. Alle planten die je ziet, zijn door jou geschapen, ik richt dit gebed tot hen. Zij zijn nog niet in uw onbeschikbare woning, zo mooi. Ik draag hen op aan jou, zodat ze vrucht dragen, zodat ze tot voedsel kunnen dienen voor mij en mijn familie.” Zo spreekt Nhanderu tot de talloze leiders van zijn kinderen: “Zoek een plek voor mijn kinderen waar ze hun gewassen kunnen zaaien, zodat de vrouwen hun voeten op die plek kunnen zetten en zodat de kleine bloemen van de aarde zich vormen tot voeding voor de levende wezens.” Nadat de vruchten gerijpt zijn, geef ze opdat je familie kan eten zonder excessen. De rijpe vruchten bestaan zodat alles en allen ervan kunnen eten, en niet opdat ze voorwerpen worden voor winst en gierigheid. Als je aan iedereen te eten geeft, alleen dan, dan zal Nhanderu, onze liefde voor onze naaste ziend, onze dagen lang maken zodat we meerdere keren kunnen zaaien.”

 

De inheemse volkeren van Latijns-Amerika hebben een tegenvoorstel tegen het kapitalisme dat gebaseerd is op het uitbuiten van de bronnen van de aarde en tegen het uitbuiten van mensen en dieren om zo veel mogelijk winst te maken (waarvan maar enkelen echt profijt hebben).

En dat voorstel heet in het portugees “bem viver”: elk volk heeft in zijn eigen taal een eigen uitdrukking dat voor hen “goed leven” betekent. En “goed leven” heeft niets te maken met “het goede leven” zoals wij de uitdrukking wel gebruiken. 

 

 

En dat is een manier van leven, een voorstel waar denk ik we ook in Nederland wat mee zullen moeten, willen we niet met een aantal decennia als klimaatvluchtelingen bij onze ooster- en zuiderburen moeten aankloppen en gaan pootjebaden in Utrecht aan Zee (of zoiets).

Maar ik denk dat er ook een ontmoeting – zij het op papier – kan zijn tussen de spiritualiteit van de Guarani Mbya, bijbelverhalen en ons geloof. Vragen die opkomen zijn:

  • Wat zijn de centrale thema’s uit de tekst van de Xeramoi (oude, wijze) van de Guarani Mbya?
  • Wat zou een bijbeltekst kunnen zijn die als “gesprekspartner” dient voor de tekst van de Guarani Mbya?

 

Toen ik de tekst van de Guarani Mbya hierboven voor het eerst hoorde, moest ik denken aan regels omtrent het sabbats- en jubeljaar (Lev. 25). Daar worden ook voorstellen gedaan om hoe je rechtvaardig met land en mensen om kunt gaan (er is niet zo veel bezorgdheid om de dieren). 

 

  • Hoe verhouden deze twee teksten zich met de context in Nederland?
  • Hoe kunnen deze twee teksten ons inspireren om “om te denken” en anders te handelen?

Als we daadwerkelijk geloven dat de aarde en alles dat daarop leeft van God is, hoe kunnen we dan ons handelen veranderen? Hoe kunnen we ons daarvoor inzetten?

En dat is geen individuele verantwoordelijkheid: als ik iets geleerd heb van inheemse volkeren is het wel dat de gemeenschap – mensen, God en schepping – elkaar nodig hebben. Als je het in je eentje denkt te moeten doen, ga je eraan onderdoor: het is te groot en jij/ik in ons uppie te klein en onmachtig. Hoe kunnen we elkaar helpen, bijstaan, allianties vormen om een verschil te maken?

 

 

In Brazilië dragen mensen die zich inzetten voor recht en gerechtigheid vaak een bruine ring, gemaakt van tucum, een nootje van een palm uit het Amazone-gebied. Als je iemand die ring ziet dragen dan weet je waar diegene staat. Want het “is een teken van verbonden zijn met de strijd van inheemse volkeren en met de strijd om rechtvaardigheid in het algemeen. Degene die deze ring draagt laat zien dat hij of zij zich daarvoor inzet.” 

En de vraag is dan dus ook: Durf jij de ring te dragen?

 

De ring kan je natuurlijk kopen, maar het mooist is als je ‘m krijgt. Van je naaste, degene die ook ploetert met de grote vragen en het goede doen. De ring dient dan als herinnering en als zegen: je staat er niet alleen voor. We doen het met elkaar. We zoeken en strijden met elkaar om recht en gerechtigheid. Voor de inheemse volken, voor minderheden overal, voor diegenen die niet gehoord en gezien worden. Voor goed leven, niet voor enkelen, maar voor allen en de hele schepping.

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)

Andere verhalen

Uit dit project