Doorgaan naar hoofdinhoud subline-curl

Alfabetisering in achtergestelde dorpen

Vandaag gaan collega Petri en ik op stap met de Presbyteriaanse Kerk, die hier in de afgelegen dorpen in het arme noorden van Ghana kerkdiensten leidt en alfabetiseringscursussen opzet. Officieel moet ieder kind natuurlijk naar school, ook in Ghana. Maar de praktijk blijkt weerbarstig. De mensen in het noorden zijn behoorlijk aan hun lot overgelaten. Dat vind ik toch wel schokkend om te zien.

Veel dorpen aan onverharde wegen
Als we de stad Tamale uit gaan, rijden we eerst nog een poos over geasfalteerde wegen. Tamale groeit hard met veel laagbouw en dus een groot oppervlakte. Maar als we eenmaal op de onverharde typisch Afrikaanse rode wegen rijden, gaan we nog maar langzaam vooruit. Als we in het dorp aankomen, zitten de mensen al bij een boom op ons te wachten: vrouwen, jonge mannen en ook veel kinderen. Er hangt een poster met daarop het alfabet in hun eigen taal (Dagbani).

Jonge vrijwilligers geven taalles
Twee jonge vrijwilligers geven hier les en preken hier ook. De mannen en vrouwen gaan voor ons staan en laten horen wat ze al kunnen lezen. De coördinator van de kerk schrijft hun namen op. Ieder kwartaal worden hun vorderingen bijgehouden. Volgens de pastor moet je de mensen niet te veel complimenten geven, maar ze vooral stimuleren om het nog beter te doen. De leerlingen kunnen certificaten halen en de besten kunnen doorstromen naar gewoon onderwijs.

Volwassenen leren lezen
De mensen blijken leergiering. Ze komen stoelen te kort voor de lessen. De leeftijd ligt tussen de 20 en de 70, schat ik. We praten wat verder met een man en een vrouw, die de lessen volgen. De man is moslim. Hij wil vooral leren lezen, zodat hij niet bedrogen kan worden. De vrouw is christen. Zij wil vooral zelf de Bijbel kunnen lezen en praktische dingen leren voor haar dagelijks leven. Beiden willen dat hun eigen kinderen wel naar school gaan. Van beiden verblijft het oudste kind bij familie, die dichter bij een school wonen. De dichtstbijzijnde school ligt namelijk 18 kilometer bij dit dorp vandaan. Veel te ver lopen. In het regenseizoen (van mei t/m oktober) komen veel leraren bovendien niet opdagen, omdat de wegen dan te onbegaanbaar zijn. Ook is er geen waterpomp in de buurt. Als dank voor ons bezoek geeft de vrouw ons een levende kip mee, die achter in onze kofferbak beland en ik daarna niet meer teruggezien heb, hoewel we ’s avonds wel kip aten…..

Kerken in het zuiden rijker dan in het noorden
Ook binnen de Presbyteriaanse kerk is het niet gelijk verdeeld: de kerken in het zuiden zijn veel rijker dan de kerken in het noorden. Predikanten krijgen daar meer betaald. Een deel van het geld moeten ze namelijk zelf ophalen bij hun gemeenteleden, maar in het noorden kunnen de mensen dat volstrekt niet betalen. Daarom moeten predikanten daar ook hun eigen voedse verbouwenl. En dan zijn er in de kleine dorpen ook nog eens veel niet-opgeleide predikanten, die hun werk vrijwillig doen.

Slechte wegen veroorzaken veel problemen
Ik word er even wel wat somber van dat de mensen hier zoveel tekort komen: waarom laat de Ghanese overheid de mensen hier zo in de steek? Wat zou het al helpen als het wegennet hier eens goed aangepakt werd. Dan zouden kinderen ineens veel dichter bij school wonen. Dan zouden boeren en boerinnen hun oogst makkelijker kunnen verkopen. Dan zouden leraren minder lang hoeven reizen en misschien wel komen opdagen. Waarom staan hier niet wat meer zonnepanelen, zoals ik 10 jaar geleden al in zoveel afgelegen dorpen in Thailand zag? Waarom zijn hier niet wat meer waterpompen?

Goed bestuur?
Het is echt heel oneerlijk verdeeld, ook binnen een land als Ghana. Dat ‘goede bestuur’ valt hier wel hard van zijn voetstuk vandaag. De speech van president Obama in 2009 ging duidelijk niet over Noord-Ghana. Het is zeker goed dat de kerk de mensen hier niet in de steek laat, maar wat mij betreft mogen ze ook heel hard op de deuren van de Ghanese overheid bonzen, dat dit zo echt niet langer kan!

Etnische lijnen belangrijker dan religieuze lijnen
’s Avonds praten we nog even na met de leiders van de Presbyteriaanse Kerk in Noord-Ghana. Ze vertellen hoe er in veel families in het noorden zowel moslims en christenen zijn. Gemengde huwelijken zijn vooral lastig als er kinderen komen, maar binnen de meeste families accepteert men elkaar. De etnische lijnen blijken belangrijker dan de religieuze lijnen. Mooi om te horen dat men in de lokale talen eenzelfde woord gebruikt voor Allah en God. Dat brengt de mensen ook dichter bij elkaar. We krijgen een lesposter en lesboekjes mee en worden zelfs in de lokale dracht gehuld…

Florette, Tamale, 13 november 2019

Over dit project

Ghana is een overwegend christelijk land, maar in het droge noorden zijn moslims in de meerderheid. Vooral het leven in afgelegen dorpen is een hele uitdaging met slechte wegen en tekort aan schoon drinkwater en elektra. Kerken in Noord-Ghana leiden sterke voorgangers op, die mensen kunnen ondersteunen. Ook leren kinderen de Bijbel lezen in hun eigen taal.
Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)

Andere verhalen

Uit dit project

Blijf op de hoogte van Een sterke kerk op een kwetsbare plek