Sara en haar twee jonge kinderen zijn jarenlang onderweg naar veiligheid en vrijheid. Te voet over bergketens, door de sneeuw. Slapen in greppels. Mannen van je lijf zien te houden. Tussendoor geld verdienen voor de volgende etappe. Op de vlucht uit Afghanistan voor geweld, uitbuiting en uithuwelijking.
Ergens tijdens het proces geeft de Palestijnse Amir de moed bijna op. Want er komt steeds weer een nieuwe eis om in aanmerking te komen voor ‘buitenschuld’: een verblijfsvergunning op grond van het feit dat je alles geprobeerd hebt om Nederland te verlaten en daar niet in geslaagd bent. Maar opgeven ligt niet in zijn aard en ook de begeleider van INLIA kent het woord niet. Ze zetten door, met succes.
De vlucht is vol verschrikkingen. Maar ze haalt het. Jeannie uit Congo is 20 jaar oud als ze in Nederland aankomt. Dan begint een nieuwe nachtmerrie. Weggezet als oplichter, asiel afgewezen, op straat gezet. Na 9 jaar nog geen verblijfsvergunning. Haar ervaring past in de bundel ‘Ongehoord: onrecht in het vreemdelingenrecht’ die asieladvocaten recent publiceerden.
Haar verhaal zou niet misstaan in de bundel die asieladvocaten aanboden aan de Tweede Kamer en de Raad van State: ‘Ongehoord: onrecht in het vreemdelingenrecht’. De bundel toont hoe de overheid vreemdelingen regelmatig net zo slecht behandelt als de slachtoffers in de toeslagenaffaire: migranten worden bij voorbaat weggezet als oplichters, de overheid houdt rigide vast aan regeltjes en de bestuursrechter controleert onvoldoende. Dona kan van alle drie meespreken.
“Kun je niet ‘ns een verhaal schrijven over gasten van ons die een aanwinst zijn voor de maatschappij?”, vraagt INLIA-medewerker Jinke. De mensen die altijd klaar staan om te helpen mogen wel eens belicht, vindt ze. Mensen zoals Bryan. “Daar mag je blij mee zijn als land.”
Ze zijn deze maand op de kop af 18 jaar in Nederland, de Burundese Sophie en haar dochter Solange. 18 jaar van onzekerheid en steeds weer verkassen. Toch is Sophie al 9 jaar vrijwilliger in een zorgcentrum en is Solange bijna klaar met haar studie HR-management. Kop d’r veur heet dat in Groningen, hoe zeg je dat eigenlijk in Burundi?
De christelijke familie Masih blééf doorprocederen voor asiel. Terugkeer naar Pakistan was levensgevaarlijk, beschuldigd van blasfemie. Ze kregen uiteindelijk een status. Dat daar zes (!) asielaanvragen voor nodig waren, kun je hen aanrekenen maar ook het Nederlandse systeem.
Eén van de mensen zonder papieren die gebruik maken van de bed-, bad-, en broodregeling in de Pauluskerk is Mohammed. Hij krijgt ook begeleiding van het vluchtelingenwerk van de Pauluskerk, volgens het 8-fasenmodel, en volgt sinds kort een opleiding tot kleermaker.
Arash is een 34-jarige vluchteling uit Iran en wil graag zijn verhaal delen. Hij is het Nederlands nog niet zo machtig, maar doet erg zijn best om de taal te leren. Hij hunkert naar contact met anderen.
Ze schuift het onderste luikje een centimeter of tien open. Daar kan ze dan nét de envelop met het leefgeld en de brief met de nieuwste corona-instructies doorheen steken. Door het raam van de bouwkeet glimlacht ze nog even naar de man die het aanneemt. Geen handdruk, geen schouderklopje. “Je moet er niet aan denken dat we het coronavirus hier krijgen”. INLIA, partner van Kerk in Actie, neemt vele maatregelen om gasten en medewerkers te beschermen.